Hoi
Ik kom niet uit opgave 5 b en c, hoofdstuk 5 Sommeren.
Bij opgave 5 b heb ik het als volgt gedaan:
Eerst Xi uitgerekend dus, 2+3+4+5+6=20.
Vervolgens 6 * 23 = 138.
En dit bij elkaar op 20 + 138 = 158.
Alleen volgens de antwoorden is het antwoord 135.
Hetzelfde bij opgave 5 c:
Eerst Xi uitgerekend dus dat is (volgens mij) 7.
Daarna 7 * 43 = 301.
En dit weer bij elkaar op is 7 + 301 = 308.
En volgens de antwoorden is het antwoord 50.
Ik begrijp niet waar de fout zit aangezien ik het bij de andere opgaven op precies dezelfde manier heb gedaan en daarbij had ik het wel goed.
Ik heb geprobeerd een foto erbij te doen van m'n berekeningen maar ik heb geen idee of dit is gelukt!
https://s17.postimg.org/4xg6p8kwv/IMG_0538.jpg
Hoofdstuk 5 Sommeren opgave 5 b,c -> Optellen constante
-
- Berichten: 5
- Lid geworden op: 16-09-2016 11:30
-
- Site Admin
- Berichten: 556
- Lid geworden op: 04-09-2012 11:07
Re: Hoofdstuk 5 Sommeren opgave 5 b,c
Gebruik je regel 2 voor sommeren? Let op dat de N waarmee je vermenigvuldigt niet perse gelijk is aan het getal dat boven je sommatieteken staat (6 in dit geval). Dat is alleen zo als je bij i=1 begint te tellen. N staat namelijk voor het aantal getallen die je optelt. Doordat je nu bij i=2 begint en tot en met i=6, tel je maar 5 getallen op. N is dus 5. Je telt ook maar 5 x 23 bij je sommatie op daardoor:9160682 schreef: Bij opgave 5 b heb ik het als volgt gedaan:
Eerst Xi uitgerekend dus, 2+3+4+5+6=20.
Vervolgens 6 * 23 = 138.
5*23 = 115
115 + 20 = 135
Je ziet dit goed als je de sommatie helemaal uitschrijft voor je de optellingen uitrekent:
Som(Xi+23 | i=2 tm i=6) = 2 + 23 + 3 + 23 + 4 + 5 + 23 + 6 + 23 = 135
Bij 5C is hetzelfde aan de hand.