In het boek en op de tentamens zie ik steeds deze vragen terug komen.
(Voorbeeld Tentamenset B)
Welke van de volgende beweringen is waar?
a. R U N = N
b. R ∩ Q = R
c. N ∩ Z = Z
d. N U Q = Q
Het antwoord is d.
Ik krijg dit gedeelte maar niet onder de knie en krijg het ook niet in beeld.
Wie kan mij hierbij helpen?
Alvast bedankt.
Examen Vragen Verzamelingen
-
- Site Admin
- Berichten: 556
- Lid geworden op: 04-09-2012 11:07
Er iets bij voorstellen is inderdaad lastig, het zijn getallenverzamelingen, dus dat zal abstract blijven.
Wat kan helpen zijn Venn-diagrammen, die staan niet in het boek maar heb ik wel voorgedaan op het college. Op internet kun je daar veel info over vinden. Je tekent de verzamelingen dan als gebiedjes, en de onderlinge samenhang kun je weergeven door de gebieden al dan niet geheel te laten overlappen (als ze deels of helemaal gelijk zijn) of juist niet laat overlappen (als het volledig verschillende verzamelingen zijn). Voor optie a) en b) van bovenstaande vraag heb ik dit voorgedaan:
Ben benieuwd of je hetzelfde kunt doen voor c) en d) en of je daarmee het juiste antwoord kunt bepalen.
Wat kan helpen zijn Venn-diagrammen, die staan niet in het boek maar heb ik wel voorgedaan op het college. Op internet kun je daar veel info over vinden. Je tekent de verzamelingen dan als gebiedjes, en de onderlinge samenhang kun je weergeven door de gebieden al dan niet geheel te laten overlappen (als ze deels of helemaal gelijk zijn) of juist niet laat overlappen (als het volledig verschillende verzamelingen zijn). Voor optie a) en b) van bovenstaande vraag heb ik dit voorgedaan:
Ben benieuwd of je hetzelfde kunt doen voor c) en d) en of je daarmee het juiste antwoord kunt bepalen.