In al deze tentamenvragen wordt gevraagd hoe vaak de functies f(x) en g(x) elkaar snijden.
Ik begrijp alleen niet hoe je dit uitrekent.
Vraag 171 neem ik als voorbeeld.
Ik doe het volgende.
-x^2-2x+8=2x+3
-x^2=-5
En nu?
Als ik de wortel trek komt er 2,23 uit. Betekent dit dat ik nu 2,23 in een van de formules moet invullen en het andere snijpunt weet.
Doe ik het op deze manier zo goed??
Tentamenvraag 32, 66, 101, 133, 171
-
Ewoud
- Site Admin
- Berichten: 556
- Lid geworden op: 04-09-2012 11:07
Vergeet de negatieve op lossing niet; oplossingen zijn x=wortel(5) en x=-wortel(5).
Twee oplossingen, dus ook twee snijpunten.
Stel je had maar 1 oplossing, dan zou er ook maar 1 snijpunt zijn.
Stel de vergelijking heeft geen oplossingen (vb je houdt x^2=-4 over, geen oplossing want wortel van negatief getal kan niet), dan heb je ook geen snijpunten.
Er is dus altijd sprake van 0, 1 of 2 snijpunten (tussen een lineaire en kwadratische functie of twee kwadratische functies dan).
Wat je ook kunt doen is de grafieken schetsen/tekenen; dan kun je het zien aan de grafiek. Is wel meer werk en lastiger aangezien je erg nauwkeurig moet tekenen om het echt goed af te kunnen lezen (tenzij de functies echt totaal niet bij elkaar in de buurt komen, dan zie je meteen dat er geen snijpunten zijn).
Twee oplossingen, dus ook twee snijpunten.
Stel je had maar 1 oplossing, dan zou er ook maar 1 snijpunt zijn.
Stel de vergelijking heeft geen oplossingen (vb je houdt x^2=-4 over, geen oplossing want wortel van negatief getal kan niet), dan heb je ook geen snijpunten.
Er is dus altijd sprake van 0, 1 of 2 snijpunten (tussen een lineaire en kwadratische functie of twee kwadratische functies dan).
Wat je ook kunt doen is de grafieken schetsen/tekenen; dan kun je het zien aan de grafiek. Is wel meer werk en lastiger aangezien je erg nauwkeurig moet tekenen om het echt goed af te kunnen lezen (tenzij de functies echt totaal niet bij elkaar in de buurt komen, dan zie je meteen dat er geen snijpunten zijn).