Hallo,
In de oefenopgaven over breuken staat vraag 8; breng onder één noemer.
5 3
---------- + ---
a + 3 2
Mijn eerste gedachte zou zijn om de tellers bij elkaar op te tellen en de noemers ook:
8
----
a+5
Het gegeven antwoord ziet er heel anders uit en ik kan ook niet herleiden waar dit vandaan komt, er wordt vermenigvuldigd. Hoe kan ik deze som uitwerken?
breng onder één noemer
-
- Site Admin
- Berichten: 556
- Lid geworden op: 04-09-2012 11:07
Re: breng onder één noemer
Dat mag alleen wanneer de noemers hetzelfde zijn, nu verander je de uitkomst van de breuken. Daarom moet je eerst zorgen dat de noemers hetzelfde zijn.
Je mag bij een breuk de teller en noemer vermenigvuldigen met hetzelfde; vermenigvuldig beide breuken met de noemer van de andere breuk zal altijd leiden tot zelfde noemers.
vb 1/(x-3) + 2/x
-> eerste breuk vermenigvuldigen met x (de andere noemer) en de tweede breuk vermenigvuldigen met (x-3) de andere noemer:
x/x(x-3) + 2(x-3)/x(x-3)
nu zijn noemers gelijk en mag je tellers samen nemen:
x+2(x-3)
----------
x(x-3)
Je bent nog beetje aan het 'googelen' met de breuken dus wellicht verstandig die betreffende video nog even goed te bestuderen wat wel/niet kan etc.