vraag 19 oefententamen

[9130642]

Hoi!

Vraagje over deze vraag: waarom is het antwoord d en niet antwoord a, als -7 de som is en 12 het product, -3 -4 is -7 en -3 keer -4 is -12, waarom is dat dan niet het goede antwoord?

[Ewoud]

Hoi!

Vraagje over deze vraag: waarom is het antwoord d en niet antwoord a, als -7 de som is en 12 het product, -3 -4 is -7 en -3 keer -4 is -12, waarom is dat dan niet het goede antwoord?

Omdat de ontbinding mbv de S/P methode nog niet de oplossing van de vergelijking geeft. Het enige wat je nu doet is omschrijven tot

(x -3)(x - 4) = 0

[9130642]

Hoi!

Vraagje over deze vraag: waarom is het antwoord d en niet antwoord a, als -7 de som is en 12 het product, -3 -4 is -7 en -3 keer -4 is -12, waarom is dat dan niet het goede antwoord?

Omdat de ontbinding mbv de S/P methode nog niet de oplossing van de vergelijking geeft. Het enige wat je nu doet is omschrijven tot

(x -3)(x - 4) = 0

En ook hier valt eindelijk het kwartje, daarna moet je de x natuurlijk nog weer invullen zodat het op nul uitkomt, en dan moet x dus 3 en 4 zijn.

Bedankt!

[Ewoud]

En ook hier valt eindelijk het kwartje, daarna moet je de x natuurlijk nog weer invullen zodat het op nul uitkomt, en dan moet x dus 3 en 4 zijn.

Bedankt!

Blij dat het kwartje valt! Klopt alleen niet helemaal wat je zegt, volg het stappenplan van tweedegraads verg. oplossen. Na ontbinden met de S/P methode komt dan: product apart oplossen. Hier dus:

x -3 = 0 en x - 4 = 0

oplossen. Daar komt dan x=3 en x=4 uit als je de 3 en 4 naar de andere kant van het = teken brengt.